Pergamus: Die het scherp tweesnijdend zwaard heeft
12 En schrijf aan de Engel der Gemeente, te Pergamus: Zo spreekt Hij, Die het scherp tweesnijdend zwaard heeft:
13 Ik ken uw werken, en waar gij woont; daar waar de troon des Satans is! Gij echter houdt vast aan Mijn Naam, en gij hebt het geloof in Mij niet verzaakt, ook niet in die dagen, waarin Antipas, Mijn getrouwe getuige gedood werd bij u, waar de Satan woont!
14 Maar Ik heb enige dingen tegen u: dat gij onder u hebt, die het houden met de leer van Bala?m, die Balak leerde, de kinderen Isra?ls een struikelblok in de weg te werpen, dat zij afgoden-offer aten en hoereerden.
15 Alzo hebt ook gij er, die het houden met de leer der Nikola?eten; hetwelk Ik haat.
16 Bekeer u dan, en indien niet, Ik kom haastig bij u, en zal tegen hen krijg voeren met het zwaard van Mijn mond.
17 Wie oren heeft, hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt! Die overwint, die zal Ik geven te eten van het verborgen manna; en Ik zal hem een witte lotsteen geven, en op die lotsteen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent, dan die hem ontvangt.